De column van Hanneke
Hanneke woont sinds de herfst van 2022 in Tricht. In haar columns neemt zij ons als lezers (en dorpsgenoten) de komende tijd mee in haar ‘inburgering’ in ons mooie dorpje.
Meefietsen
Vlak voor de bel vertelde ik een paar leerlingen, vooraan in mijn 6vwo-klas, dat ik vanuit Culemborg ging verhuizen naar Tricht. Het bijna-pauzegeroezemoes viel stil. Alle 28 hoofden draaiden zich naar mij. Ongelooflijk, hoe aandachtig een klas luistert als je iets vertelt wat niet met de les te maken heeft.
“Hoe gaat u dan naar school?” vroeg een meisje.
“Op de fiets”, antwoordde ik.
“Weet u al hoe u moet fietsen?” vroeg een ander.
“Nee, nog niet.”
Ze buitelden over elkaar heen. “Dan fietst u met ons mee. Dat is leuk. Toch, jongens? Onze route is de kortste. Waar woont u? In de Bulkstraat? Mooi, wij verzamelen altijd bij het bankje onderaan de dijk en dat is vlakbij uw nieuwe huis. Het is echt goed te doen hoor, op de fiets. En als je samen fietst, gaat het helemaal snel. He, gezellig, mevrouw.”
Die had ik niet zien aankomen. En hoe ik me ook verweerde (‘maar ik wil om 8 uur op school zijn en jullie hoeven voor mij niet vroeger op te staan’, ‘in de middag ben ik later klaar dan jullie’, ‘ik vind de weg zelf ook wel’, ‘ik kan jullie vast niet bijhouden’, ‘dan kunnen jullie niet vrijuit praten’), ze hielden vol. Eerder opstaan was geen enkel probleem, het was toch saai om in je eentje te fietsen, zij fietsten superlangzaam, trouwens, ze vonden het juíst leuk om met mij te praten.
En nu we het er toch over hadden: ze vonden het allemaal een slecht idee dat ik in de wintermaanden ’s middags alleen naar huis zou fietsen, veel te donker. Ongezellig. Er was altijd ook wel iemand van hen nog laat op school… en “weet u wat, we voegen u meteen toe aan de fietsapp! Dan kunt u altijd in de groep vragen wie er nog op school is en dan kunt u samen fietsen.”
Ik aarzelde. Het leek me nou juist zo fijn om in mijn eigen tempo te fietsen: ’s ochtends zou ik mijn dagplanning in gedachten nog even kunnen doornemen en ’s middags kon ik mijn hoofd leeg laten waaien en fris thuiskomen. Ze zagen me denken. “Toe nou, mevrouw, dan mag u ook uw favoriete liedjes op onze fietsplaylist zetten.”
Ik ben gezwicht. Voor deze ene keer. Ik kon niet anders.